Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Anpassen

Translate Anpassen from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Anpassen:
- aanpassing; bijstelling; ordenen; schikken

German

Detailed Translations for Anpassen from German to Dutch

Anpassen:

Anpassen [das ~] noun

Anpassen (Einrichten; Nachstellung; Einstellen; Justierung)
de aanpassing; de bijstelling
- aanpassing [de ~ (v)] noun
- bijstelling [de ~ (v)] noun
Anpassen (Arrangieren; Anordnen)
ordenen; schikken
- ordenen [znw.] noun
- schikken [znw.] noun

Translation Matrix for Anpassen:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanpassing	Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung	Anpassung; Personalisierung
bijstelling	Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung
ordenen	Anordnen; Anpassen; Arrangieren
schikken	Anordnen; Anpassen; Arrangieren
Verb	Related Translations	Other Translations
ordenen		alles auf die Reihe bringen; einteilen; gliedern; gruppieren; katalogisieren; klassifizieren; ordnen; sortieren
schikken		Maßregeln treffen; Streit beilegen; beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; einigen; gelegen kommen; konvenieren; passen; regeln; rundkommen; schlichten; vergleichen; versöhnen

Related Translations for Anpassen

anpassen an