Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Bezüge

Translate Bezüge from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Bezüge:
- inkomsten; verdiensten; ontvangsten
- overtrekken; linken; merites; verdiensten

German

Detailed Translations for Bezüge from German to Dutch

Bezüge:

Bezüge [die ~] noun

die Bezüge (Einkünfte; Verdienste; Einkommen; Gehalt; Lohn; Besoldung)
de inkomsten; de verdiensten; de ontvangsten
- inkomsten [de ~] noun, plural
- verdiensten [de ~] noun, plural
- ontvangsten [de ~] noun, plural

Bezüge [der ~] noun

der Bezüge (Überzüge)
het overtrekken
- overtrekken [het ~] noun
der Bezüge (in Verbindung bringen; Verbände; Verbindungen)
de linken
- linken [de ~] noun, plural
der Bezüge (Verdienste)
de merites; de verdiensten
- merites [de ~] noun, plural
- verdiensten [de ~] noun, plural

Translation Matrix for Bezüge:

Noun	Related Translations	Other Translations
inkomsten	Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste	Einnahme
linken	Bezüge; Verbindungen; Verbände; in Verbindung bringen
merites	Bezüge; Verdienste
ontvangsten	Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste
overtrekken	Bezüge; Überzüge
verdiensten	Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste
Verb	Related Translations	Other Translations
overtrekken		ankleiden; ausstatten; bedecken; bekleiden; beziehen; durchpausen; polstern; verdecken; verkleiden; versehen

Synonyms for "Bezüge":

Gutschriften; Zahlungen