Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Kaper:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Kaper from German to Dutch

Kaper:

Kaper [der ~] noun

  1. der Kaper (Seeräuber; Glücksritter; Korsar; Geiselnehmer)
    de kaper; de piraat; de zeerover
  2. der Kaper (Entführer; Geiselnehmer; Geisel; Korsar)
    de kidnapper; de ontvoerder

Translation Matrix for Kaper:

NounRelated TranslationsOther Translations
kaper Geiselnehmer; Glücksritter; Kaper; Korsar; Seeräuber
kidnapper Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Korsar Entführer; Geiselnehmer; Kidnapper
ontvoerder Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Korsar
piraat Geiselnehmer; Glücksritter; Kaper; Korsar; Seeräuber
zeerover Geiselnehmer; Glücksritter; Kaper; Korsar; Seeräuber

Wiktionary Translations for Kaper:

Kaper
noun
  1. een klein groen bloemknopje van de kappertjesplant, Capparis spinosa, dat meestal op zuur bewaard wordt en dat als kruiderij gebruikt wordt

Cross Translation:
FromToVia
Kaper kappertje caper — pickled bud of Capparis spinosa