Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. vortragen:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for vortragen from German to Dutch

vortragen:

vortragen verb (trage vor, trägst vor, trägt vor, trug vor, trugt vor, vorgetragen)

  1. vortragen (empfehlen; vorschlagen; raten; vorbringen)
    aanbevelen; voordragen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren
    • aanbevelen verb (beveel aan, beveelt aan, beval aan, bevolen aan, aanbevolen)
    • voordragen verb (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)
    • aanraden verb (raad aan, raadt aan, ried aan, rieden aan, aangeraden)
    • nomineren verb (nomineer, nomineert, nomineerde, nomineerden, genomineerd)
  2. vortragen (rezitieren)
    opzeggen; reciteren; voordragen
    • opzeggen verb (zeg op, zegt op, zegde op, zegden op, opgezegd)
    • reciteren verb (reciteer, reciteert, reciteerde, reciteerden, gereciteerd)
    • voordragen verb (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)

Conjugations for vortragen:

Präsens
  1. trage vor
  2. trägst vor
  3. trägt vor
  4. tragen vor
  5. tragt vor
  6. tragen vor
Imperfekt
  1. trug vor
  2. trugst vor
  3. trug vor
  4. trugen vor
  5. trugt vor
  6. trugen vor
Perfekt
  1. habe vorgetragen
  2. hast vorgetragen
  3. hat vorgetragen
  4. haben vorgetragen
  5. habt vorgetragen
  6. haben vorgetragen
1. Konjunktiv [1]
  1. trage vor
  2. tragest vor
  3. trage vor
  4. tragen vor
  5. traget vor
  6. tragen vor
2. Konjunktiv
  1. trüge vor
  2. trügest vor
  3. trüge vor
  4. trügen vor
  5. trüget vor
  6. trügen vor
Futur 1
  1. werde vortragen
  2. wirst vortragen
  3. wird vortragen
  4. werden vortragen
  5. werdet vortragen
  6. werden vortragen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vortragen
  2. würdest vortragen
  3. würde vortragen
  4. würden vortragen
  5. würdet vortragen
  6. würden vortragen
Diverses
  1. trag vor!
  2. tragt vor!
  3. tragen Sie vor!
  4. vorgetragen
  5. vortragend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for vortragen:

NounRelated TranslationsOther Translations
opzeggen Antrag auf Entlassung; Antrag auf Kündigung; Entlassungsersuchen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanbevelen empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen anempfelen; anpreisen; empfehlen
aanraden empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen empfehlen; konsultieren; raten
iemand recommanderen empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
nomineren empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
opzeggen rezitieren; vortragen
reciteren rezitieren; vortragen
voordragen empfehlen; raten; rezitieren; vorbringen; vorschlagen; vortragen Gedichten vortragen; rezitieren

Synonyms for "vortragen":


Wiktionary Translations for vortragen:


Cross Translation:
FromToVia
vortragen reciteren; opzeggen; voordragen réciter — (vieilli) prononcer à voix haute, et d’une manière soutenir, quelque discours, quelque morceau de prose ou de vers qu’on savoir par cœur.

Related Translations for vortragen