Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. zurückbringen:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for zurückbringen from German to Dutch

zurückbringen:

zurückbringen verb

  1. zurückbringen (zurückschaffen; zurücksenden; zurückschicken; zurückerstatten; rückerstatten)
    terugbezorgen
    • terugbezorgen verb (bezorg terug, bezorgt terug, bezorgde terug, bezorgden terug, terugbezorgd)

Translation Matrix for zurückbringen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
terugbezorgen rückerstatten; zurückbringen; zurückerstatten; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden

Wiktionary Translations for zurückbringen:

zurückbringen
verb
  1. naar het punt van vertrek brengen
  2. naar de eigenaar brengen