English

Detailed Translations for harmonise from English to Dutch

harmonise:

to harmonise verb, British

  1. to harmonise (harmonize)
  2. to harmonise (harmonize)
    op een lijn brengen; tot een goed samengaand geheel maken; harmoniseren
  3. to harmonise (form a harmonious entirety; harmonize)
    samenstemmen; harmoniëren; overeenstemmen; een harmonieus geheel vormen

Translation Matrix for harmonise:

NounRelated TranslationsOther Translations
overeenstemmen agreeing; arranging
VerbRelated TranslationsOther Translations
een harmonieus geheel vormen form a harmonious entirety; harmonise; harmonize
harmoniseren harmonise; harmonize
harmoniëren form a harmonious entirety; harmonise; harmonize
met elkaar in overeenstemming brengen harmonise; harmonize
op een lijn brengen harmonise; harmonize
overeenstemmen form a harmonious entirety; harmonise; harmonize agree; be accurate; be correct; concur; conform to; correspond to; correspond with; match
samenstemmen form a harmonious entirety; harmonise; harmonize
tot een goed samengaand geheel maken harmonise; harmonize
- accord; agree; chord; concord; consort; fit in; harmonize; reconcile

Synonyms for "harmonise":


Related Definitions for "harmonise":

  1. bring into consonance, harmony, or accord while making music or singing1
  2. bring into consonance or accord1
  3. bring (several things) into consonance or relate harmoniously1
  4. sing or play in harmony1
  5. write a harmony for1
  6. go together1