French

Detailed Translations for journal from French to Dutch

journal:

journal [le ~] noun

  1. le journal (quotidien)
    de krant; het dagblad; de courant
  2. le journal (livre de bord)
    het dagboek; het journaal
  3. le journal (agenda de poche; agenda; carnet)
    de agenda; de zakagenda
  4. le journal (actualité; nouvelle; infos; bulletin d'informations)
    het nieuwsbericht; het nieuws
  5. le journal
    het journaal; het nieuwsjournaal
  6. le journal
    de nieuwsblad
  7. le journal
    de krant
  8. le journal
    het logboek

Translation Matrix for journal:

NounRelated TranslationsOther Translations
agenda agenda; agenda de poche; carnet; journal agenda; calendrier; ordre du jour; programme de calendrier
courant journal; quotidien
dagblad journal; quotidien
dagboek feuille; journal; livre de bord
journaal feuille; journal; livre de bord actualité; annonce; avis; nouvelle
krant journal; quotidien
logboek journal enregistrement; livre de bord; livre de loche
nieuws actualité; bulletin d'informations; infos; journal; nouvelle actualité; annonce; avis; infos; journal télévisé; nouvelle
nieuwsbericht actualité; bulletin d'informations; infos; journal; nouvelle
nieuwsblad journal
nieuwsjournaal journal
zakagenda agenda; agenda de poche; carnet; journal agenda de poche
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
courant ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de mise; dernier cri; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode

Synonyms for "journal":


Wiktionary Translations for journal:

journal journal
noun
  1. klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws

Cross Translation:
FromToVia
journal dagblad; nieuwsblad; krant newspaper — publication
journal dagblad; krant Zeitung — gedrucktes, in kurzen und regelmäßigen Abständen herausgegebenes Nachrichtenmedium; veröffentlicht vor allem aktuelle Nachrichten

Related Translations for journal