French

Detailed Translations for se déplier from French to Dutch

se déplier:

se déplier verb

  1. se déplier (essaimer; diffuser; répandre; )
    verspreiden; zich verspreiden; uitzwermen; uitwaaieren; waaieren
    • verspreiden verb (verspreid, verspreidt, verspreidde, verspreidden, verspreid)
    • uitzwermen verb (zwerm uit, zwermt uit, zwermde uit, zwermden uit, uitgezwermd)
    • uitwaaieren verb (waaier uit, waaiert uit, waaierde uit, waaierden uit, uitgewaaierd)
    • waaieren verb (waaier, waaiert, waaierde, waaierden, gewaaierd)
  2. se déplier (plier; déplier; replier; plier en deux; rabattre)
    vouwen; opvouwen
    • vouwen verb (vouw, vouwt, vouwde, vouwden, gevouwd)
    • opvouwen verb (vouw op, vouwt op, vouwde op, vouwden op, opgevouwen)
  3. se déplier (déplier; dérouler; étendre; )
    ontvouwen; uitspreiden; uitklappen; uitslaan; uitvouwen; openspreiden; openvouwen
    • ontvouwen verb (ontvouw, ontvouwt, ontvouwde, ontvouwden, ontvouwd)
    • uitspreiden verb (spreid uit, spreidt uit, spreidde uit, spreidden uit, uitgespreid)
    • uitklappen verb (klap uit, klapt uit, klapte uit, klapten uit, uitgeklapt)
    • uitslaan verb (sla uit, slaat uit, sloeg uit, sloegen uit, uitgeslagen)
    • uitvouwen verb (vouw uit, vouwt uit, vouwde uit, vouwden uit, uitgevouwen)
    • openvouwen verb (vouw open, vouwt open, vouwde open, vouwden open, opengevouwen)

Translation Matrix for se déplier:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ontvouwen déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre expliquer; faire comprendre; éclaircir
openspreiden déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre
openvouwen déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre
opvouwen déplier; plier; plier en deux; rabattre; replier; se déplier
uitklappen déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre dire sans réfléchir; se lâcher
uitslaan déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre faire sortir la balle
uitspreiden déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre déployer; préparer; répandre; étaler; étendre
uitvouwen déplier; déployer; dérouler; plier; se déplier; étaler; étendre
uitwaaieren diffuser; disperser; disséminer; essaimer; rayonner; répandre; se disperser; se déplier; se répandre; épandre; éparpiller; être disposé en éventail; être déployé en éventail; être étalé en éventail effectuer une distribution ramifiée
uitzwermen diffuser; disperser; disséminer; essaimer; rayonner; répandre; se disperser; se déplier; se répandre; épandre; éparpiller; être disposé en éventail; être déployé en éventail; être étalé en éventail
verspreiden diffuser; disperser; disséminer; essaimer; rayonner; répandre; se disperser; se déplier; se répandre; épandre; éparpiller; être disposé en éventail; être déployé en éventail; être étalé en éventail diffuser; disperser; divulguer; propager; répandre; épandre; éparpiller; étaler; étendre
vouwen déplier; plier; plier en deux; rabattre; replier; se déplier
waaieren diffuser; disperser; disséminer; essaimer; rayonner; répandre; se disperser; se déplier; se répandre; épandre; éparpiller; être disposé en éventail; être déployé en éventail; être étalé en éventail
zich verspreiden diffuser; disperser; disséminer; essaimer; rayonner; répandre; se disperser; se déplier; se répandre; épandre; éparpiller; être disposé en éventail; être déployé en éventail; être étalé en éventail

Related Translations for se déplier