Dutch

Detailed Translations for halen from Dutch to German

halen:

halen verb (haal, haalt, haalde, haalden, gehaald)

  1. halen (pakken)
    holen; bekommen
    • holen verb (hole, holst, holt, holte, holtet, geholt)
    • bekommen verb (bekomme, bekommst, bekommt, bekam, bekamt, bekommen)

Conjugations for halen:

o.t.t.
  1. haal
  2. haalt
  3. haalt
  4. halen
  5. halen
  6. halen
o.v.t.
  1. haalde
  2. haalde
  3. haalde
  4. haalden
  5. haalden
  6. haalden
v.t.t.
  1. heb gehaald
  2. hebt gehaald
  3. heeft gehaald
  4. hebben gehaald
  5. hebben gehaald
  6. hebben gehaald
v.v.t.
  1. had gehaald
  2. had gehaald
  3. had gehaald
  4. hadden gehaald
  5. hadden gehaald
  6. hadden gehaald
o.t.t.t.
  1. zal halen
  2. zult halen
  3. zal halen
  4. zullen halen
  5. zullen halen
  6. zullen halen
o.v.t.t.
  1. zou halen
  2. zou halen
  3. zou halen
  4. zouden halen
  5. zouden halen
  6. zouden halen
en verder
  1. ben gehaald
  2. bent gehaald
  3. is gehaald
  4. zijn gehaald
  5. zijn gehaald
  6. zijn gehaald
diversen
  1. haal!
  2. haalt!
  3. gehaald
  4. halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

halen [het ~] noun

  1. het halen
    Abholen

Translation Matrix for halen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abholen halen
VerbRelated TranslationsOther Translations
bekommen halen; pakken behalen; bekomen; iets bemachtigen; in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven; winnen; zich hervinden
holen halen; pakken afhalen en meenemen; behalen; distribueren; iets halen; iets ophalen; lenen; ontlenen; ophalen; oppikken; ronddelen; uitreiken; verdelen; verkrijgen; winnen

Related Words for "halen":


Antonyms for "halen":


Related Definitions for "halen":

  1. er naar toe gaan en het meenemen1
    • haal jij even sinaasappels op de markt?1
  2. erin slagen het te bereiken1
    • ik heb de trein gehaald1

Wiktionary Translations for halen:

halen
verb
  1. ergens heengaan met als doel om iets of iemand mee terug te brengen
halen
verb
  1. etwas, jemanden zu sich kommen machen
  2. jemanden oder etwas (gerade noch rechtzeitig) erreichen

Cross Translation:
FromToVia
halen bekommen catch — to reach in time to leave (jump)
halen holen fetch — To retrieve; to bear towards; to get
halen anschaffen; schnappen; kriegen; erwischen; holen; besorgen get — obtain
halen holen; mitbringen get — fetch
halen treffen; erlangen; erzielen; reichen; erreichen; einholen; heranreichen; sich erstrecken; erwirken; durchsetzen atteindretoucher de loin au moyen d’un projectile.
halen treffen; klopfen; schlagen; hauen; prügeln; ausklopfen; aufschlagen; aushämmern; schlagen gegen; prasseln gegen; peitschen gegen frapper — A TRIER
halen gelangen; anlangen; erreichen; ankommen parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
halen packen; greifen; fangen; fassen; erwischen saisir — Prendre vivement.

halen form of hal:

hal [de ~] noun

  1. de hal (entreehal)
    die Halle; die Eingangshalle; Portal
  2. de hal (vestibule; portaal; voorportaal; entree)
    die Eingangshalle; der Flur; die Halle; Portal; Vestibül; die Diele; die Vorhalle; der Eingang; der Entree
  3. de hal (overloop; verbindingsgang; portaal)
    der Durchgang; der Korridor; der Gang
  4. de hal (ontvangstruimte; salon; receptiekamer)
    die Empfangsräume; der Empfangsraum; die Halle; der Salon; Empfangszimmer; Foyer; die Galerie
  5. de hal (vishal)
    die Fischhalle
  6. de hal (ridderzaal)
    der Rittersaal

Translation Matrix for hal:

NounRelated TranslationsOther Translations
Diele entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal geluidsniveau; volume
Durchgang hal; overloop; portaal; verbindingsgang deur; doorgang; doorloop; doortocht; doorvaart; gang; gangpad; passage
Eingang entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal Postvak IN; entree; ingang; inlaat; map Postvak IN; toegang
Eingangshalle entree; entreehal; hal; portaal; vestibule; voorportaal narthex; veilinghal; veilinglokaal; veilingslokaal; veilingzaal; voorhal; voorhuis
Empfangsraum hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon ontvangkamer; salon
Empfangsräume hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon
Empfangszimmer hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon ontvangkamer; salon
Entree entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal
Fischhalle hal; vishal
Flur entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal corridor; doorgang; gang; overloop; passage
Foyer hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon foyer; koffiekamer
Galerie hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon foyer; gaanderij; galerie; galerij; gezag; gouvernement; kabinet; koffiekamer; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; regering; torenomgang; trans; zuilengang
Gang hal; overloop; portaal; verbindingsgang corridor; doorgang; doorloop; galop; gang; gangpad; passage; schakelinrichting; snelle gang van paard; versnelling
Halle entree; entreehal; hal; ontvangstruimte; portaal; receptiekamer; salon; vestibule; voorportaal grote kamer; kamer; narthex; ruimte in een gebouw; veilinghal; veilinglokaal; veilingslokaal; veilingzaal; vertrek; vertrekken; voorhal; voorhuis; zaal
Korridor hal; overloop; portaal; verbindingsgang corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage
Portal entree; entreehal; hal; portaal; vestibule; voorportaal voorhuis
Rittersaal hal; ridderzaal
Salon hal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon ontvangkamer; salon
Vestibül entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal
Vorhalle entree; hal; portaal; vestibule; voorportaal veilinghal; veilinglokaal; veilingslokaal; veilingzaal; voorhuis

Related Words for "hal":


Wiktionary Translations for hal:

hal
noun
  1. ruimte achter de voordeur
  2. een entreeruimte in een gebouw of huis, een ontvangstruimte
  3. een grote overdekte ruimte gericht op het uitvoeren van activiteiten
  4. hardheid van de grond tengevolge van de vorst, plek bevroren grond, hardbevroren aardkorst

Cross Translation:
FromToVia
hal Durchgang; Gang; Korridor corridor — narrow hall or passage
hal Diele; Korridor; Flur hall — corridor or a hallway.

Related Translations for halen