Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. een boom opzetten:


Dutch

Detailed Translations for een boom opzetten from Dutch to German

een boom opzetten:

een boom opzetten verb

  1. een boom opzetten (bomen)
    schwatzen; plaudern
    • schwatzen verb (schwatze, schwatzt, schwatzte, schwatztet, geschwatzt)
    • plaudern verb (plaudere, plauderst, plaudert, plauderte, plaudertet, geplaudert)

Translation Matrix for een boom opzetten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
plaudern bomen; een boom opzetten babbelen; bezet zijn; bomen; communiceren; converseren; een conversatie hebben; in contact staan; in gesprek zijn; kakelen; keuvelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lullen; praten; snateren; spreken; verbabbelen; verpraten; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
schwatzen bomen; een boom opzetten babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lullen; praten; ratelen; snateren; spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen

Related Translations for een boom opzetten