Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. metier:


Dutch

Detailed Translations for metier from Dutch to German

metier:

metier [het ~] noun

  1. het metier
    Fach; der Beruf; die Branche; Metier

Translation Matrix for metier:

NounRelated TranslationsOther Translations
Beruf metier ambacht; ambt; beroep; métier; professie; stiel; vak; werk
Branche metier Branche; LOB; Line-Of-Business; ambacht; bedrijfstak; bedrijfstak verticaal; beroepsgroep; branche; economische sector; métier; stiel; vak; verticaal
Fach metier beroep; deelsoort; discipline; specialisatie; specialisme; tak; tak van wetenschap; vak; vakgebied; werk
Metier metier

Related Words for "metier":

  • metiers