Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. sterk prikkelen:


Dutch

Detailed Translations for sterk prikkelen from Dutch to German

sterk prikkelen:

sterk prikkelen verb

  1. sterk prikkelen (aanzetten; opzwepen)
    antreiben; hetzen; aufreizen; aufpeitschen; aufjagen
    • antreiben verb (treibe an, treibst an, treibt an, trieb an, triebt an, angetrieben)
    • hetzen verb (hetze, hetzt, hetzte, hetztet, gehetzt)
    • aufreizen verb (reize auf, reizt auf, reizte auf, reiztet auf, aufgereizt)
    • aufpeitschen verb (peitsche auf, peitschst auf, peitscht auf, peitschte auf, peitschtet auf, aufgepeitscht)
    • aufjagen verb (jage auf, jagst auf, jagt auf, jagte auf, jagtet auf, aufgejagt)

Translation Matrix for sterk prikkelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
antreiben aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aansporen; aanzetten; aanzwiepen; influisteren; ingeven; jachten; motiveren; opdrijven; ophitsen; opjagen; souffleren; stuwen; voortdrijven; voortjagen; voortstuwen; vooruitduwen; wegjagen
aufjagen aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen influisteren; ingeven; jachten; jakkeren; opdrijven; ophitsen; opjagen; reppen; souffleren; spoeden; voortjagen
aufpeitschen aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; opfokken; ophitsen; opjutten; opruien; opstoken; poken
aufreizen aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aanleiding geven tot; ophitsen; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; uitdagen; uitlokken
hetzen aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen aanpoten; haast maken; haasten; hardlopen; hardrijden; iets aanstoken; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opdrijven; ophitsen; opjagen; opschieten; overhaasten; rennen; reppen; snellen; spoeden; spurten; stressen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; voortjagen; voortmaken; zich haasten; zich spoeden

Related Translations for sterk prikkelen