Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tokkelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tokkelen from Dutch to German

tokkelen:

tokkelen verb (tokkel, tokkelt, tokkelde, tokkelden, getokkeld)

  1. tokkelen
    schlagen; zupfen
    • schlagen verb (schlage, schlägst, schlägt, schlug, schlugt, geschlagen)
    • zupfen verb (zupfe, zupfst, zupft, zupfte, zupftet, gezupft)

Conjugations for tokkelen:

o.t.t.
  1. tokkel
  2. tokkelt
  3. tokkelt
  4. tokkelen
  5. tokkelen
  6. tokkelen
o.v.t.
  1. tokkelde
  2. tokkelde
  3. tokkelde
  4. tokkelden
  5. tokkelden
  6. tokkelden
v.t.t.
  1. heb getokkeld
  2. hebt getokkeld
  3. heeft getokkeld
  4. hebben getokkeld
  5. hebben getokkeld
  6. hebben getokkeld
v.v.t.
  1. had getokkeld
  2. had getokkeld
  3. had getokkeld
  4. hadden getokkeld
  5. hadden getokkeld
  6. hadden getokkeld
o.t.t.t.
  1. zal tokkelen
  2. zult tokkelen
  3. zal tokkelen
  4. zullen tokkelen
  5. zullen tokkelen
  6. zullen tokkelen
o.v.t.t.
  1. zou tokkelen
  2. zou tokkelen
  3. zou tokkelen
  4. zouden tokkelen
  5. zouden tokkelen
  6. zouden tokkelen
en verder
  1. ben getokkeld
  2. bent getokkeld
  3. is getokkeld
  4. zijn getokkeld
  5. zijn getokkeld
  6. zijn getokkeld
diversen
  1. tokkel!
  2. tokkelt!
  3. getokkeld
  4. tokkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tokkelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
schlagen tokkelen bakkeleien; behalen; bekampen; beroeren; bestrijden; beuken; bevechten; bonken; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; duelleren; een klap geven; een opdonder verkopen; een radslag maken; hameren; hard slaan; heien; hengsten; in tweeën houwen; kampen; kleunen; klieven; klinken; kloven; knokken; matten; meppen; raken; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; treffen; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren; vechten; verkrijgen; winnen
zupfen tokkelen ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken

Wiktionary Translations for tokkelen:


Cross Translation:
FromToVia
tokkelen kneifen; zwicken pincerserrer fortement avec une pince, avec des tenailles ou autres instruments semblables.