Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zich over geven:


Dutch

Detailed Translations for zich over geven from Dutch to German

zich over geven:

zich over geven verb

  1. zich over geven (toegeven)
    zugeben; zuerkennen; sich übergeben; zugestehen
    • zugeben verb (gebe zu, gibst zu, gibt zu, gab zu, gabt zu, zugegeben)
    • zuerkennen verb (erkenne zu, erkennst zu, erkennt zu, erkannte zu, erkanntet zu, zuerkannt)
    • sich übergeben verb (gebe mich über, gibst dich über, gibt sich über, gab sich über, gabt euch über, sich übergegeben)
    • zugestehen verb (gestehee zu, gestehest zu, gestehet zu, gestehete zu, gestehetet zu, zugesteht)

Translation Matrix for zich over geven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sich übergeben toegeven; zich over geven braken; kotsen; overgeven; spugen; spuwen; uitbraken; vomeren
zuerkennen toegeven; zich over geven binnen laten; gunnen; gunst verlenen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toelaten; toewijzen; vergunnen; verlenen
zugeben toegeven; zich over geven als waar erkennen; bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; erkennen; goed vinden; toegeven; toestaan; toestemmen; toevoegen; zwichten
zugestehen toegeven; zich over geven als waar erkennen; autoriseren; binnen laten; erkennen; goed vinden; gunnen; iets toekennen; toebedelen; toegeven; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; toewijzen; vergunnen; verlenen

Related Translations for zich over geven