Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begunstiging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for begunstiging from Dutch to English

begunstiging:

begunstiging [de ~ (v)] noun

  1. de begunstiging
    the favour; the favor
    • favour [the ~] noun, British
    • favor [the ~] noun, American

Translation Matrix for begunstiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
favor begunstiging bevoorrechting; dienst; gunst
favour begunstiging bevoorrechting; dienst; gunst
VerbRelated TranslationsOther Translations
favor begunstigen; bevoordelen; bevoorrechten; iemand begunstigen; voorrechten toekennen; voorschuiven; voortrekken
favour begunstigen; bevoordelen; bevoorrechten; iemand begunstigen; voorrechten toekennen; voorschuiven; voortrekken

Related Words for "begunstiging":

  • begunstigingen

Wiktionary Translations for begunstiging:


Cross Translation:
FromToVia
begunstiging charm; favour; gift; grace; gracefulness; boon; kindness grâce — Ce qui plaît dans les attitudes, les manières, les discours. Un certain agrément, un certain charme indéfinissable.