Summary


Dutch

Detailed Translations for verrukken from Dutch to English

verrukken:

verrukken verb (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)

  1. verrukken (verblijden; verheugd; plezieren; in verrukking brengen; blij maken)
    to delight; to gladden; to charm; to brighten; to cheer; to enchant; to ravish; make happy; to fascinate
    • delight verb (delights, delighted, delighting)
    • gladden verb (gladdens, gladdened, gladdening)
    • charm verb (charms, charmed, charming)
    • brighten verb (brightens, brightened, brightening)
    • cheer verb (cheers, cheered, cheering)
    • enchant verb (enchants, enchanted, enchanting)
    • ravish verb (ravishs, ravished, ravishing)
    • make happy verb
    • fascinate verb (fascinates, fascinated, fascinating)

Conjugations for verrukken:

o.t.t.
  1. verruk
  2. verrukt
  3. verrukt
  4. verrukken
  5. verrukken
  6. verrukken
o.v.t.
  1. verrukte
  2. verrukte
  3. verrukte
  4. verrukten
  5. verrukten
  6. verrukten
v.t.t.
  1. heb verrukt
  2. hebt verrukt
  3. heeft verrukt
  4. hebben verrukt
  5. hebben verrukt
  6. hebben verrukt
v.v.t.
  1. had verrukt
  2. had verrukt
  3. had verrukt
  4. hadden verrukt
  5. hadden verrukt
  6. hadden verrukt
o.t.t.t.
  1. zal verrukken
  2. zult verrukken
  3. zal verrukken
  4. zullen verrukken
  5. zullen verrukken
  6. zullen verrukken
o.v.t.t.
  1. zou verrukken
  2. zou verrukken
  3. zou verrukken
  4. zouden verrukken
  5. zouden verrukken
  6. zouden verrukken
diversen
  1. verruk!
  2. verrukt!
  3. verrukt
  4. verrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verrukken

  1. verrukken

Translation Matrix for verrukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
charm aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekking; aantrekkingskracht; aanvechting; bekoorlijkheid; bekoring; beminnelijkheid; betovering; bevalligheid; charme; emoticon; fascinatie; gratie; innemendheid; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking
cheer applaudiseren; applaus; bemoediging; handgeklap; jubelkreet; klappen; open doekje; ovatie; stimulering; toejuiching; vreugdegeschreeuw; vreugdekreet; vreugdeschreeuw
delight aardigheid; enthousiasme; geneugte; genieten; genoegen; genot; plezier; uitbundigheid; uitgelatenheid; verlossing; zaligheid
entrance binnenkomst; entree; ingang; inlaat; intocht; intrede; invaart; toegang
VerbRelated TranslationsOther Translations
brighten blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken opkikkeren; opklaren; opknappen; wolken verdwijnen
charm blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken bekoren; bevallen; inpakken; inpalmen
cheer blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken bejubelen; toejuichen
delight blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken bekoren; bevallen
enchant blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken bekoren; bevallen; boeien; fascineren; intrigeren
fascinate blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken bekoren; bevallen; boeien; fascineren; intrigeren
gladden blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken blij maken; blijmaken; opfleuren; opmonteren; verheugen; verkwikken; vrolijker worden
make happy blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken
ravish blij maken; in verrukking brengen; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken beheksen; betoveren; onteren; ontwijden
OtherRelated TranslationsOther Translations
entrance verrukken

Wiktionary Translations for verrukken:

verrukken
verb
  1. in vervoering brengen
verrukken
verb
  1. charm, delight

Cross Translation:
FromToVia
verrukken ravish; charm; bewitch; dazzle; fascinate; thrill; delight; plunder; rob; loot; kidnap; abduct; steal ravirenlever de force, emporter avec violence.