Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: vijandig

Dutch and English Translation Search Results for vijandig

Summary

Dutch to English: more detail...

vijandig:
- hostile; enemy; antagonistic; aversive; malicious; hateful; spiteful; snide; invidious
Wiktionary:
- vijandig → hostile, truculent, belligerent, pugnacious
- vijandig → truculently
- vijandig → hostile, malevolent

Dutch

Detailed Translations for vijandig from Dutch to English

vijandig:

vijandig adj

vijandig (vijandelijk)
hostile; enemy; antagonistic
- hostile adj
- enemy adj
- antagonistic adj
vijandig (afkerig van)
aversive; hostile; antagonistic
- aversive adj
- hostile adj
- antagonistic adj
vijandig (hatelijk; stekelig)
malicious; hateful; spiteful; snide; invidious
- malicious adj
- hateful adj
- spiteful adj
- snide adj
- invidious adj

Translation Matrix for vijandig:

Noun	Related Translations	Other Translations
enemy		tegenstreefster; vijand; vijandin
snide		achterbaks persoon
Adjective	Related Translations	Other Translations
antagonistic	afkerig van; vijandelijk; vijandig
aversive	afkerig van; vijandig
hateful	hatelijk; stekelig; vijandig
hostile	afkerig van; vijandelijk; vijandig
invidious	hatelijk; stekelig; vijandig
malicious	hatelijk; stekelig; vijandig	achterbaks; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; gemeen; geniepig; giftig; gluiperig; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; listig; malicieus; met slechte intentie; slecht; slinks; snood; stiekem; vals; venijnig; verraderlijk
snide	hatelijk; stekelig; vijandig
spiteful	hatelijk; stekelig; vijandig
Modifier	Related Translations	Other Translations
enemy	vijandelijk; vijandig

Related Words for "vijandig":

vijandigheid, vijandiger, vijandigere, vijandigst, vijandigste, vijandige

Wiktionary Translations for vijandig:

vijandig

adjective

zich als een vijand gedragend
- vijandig → hostile; truculent

vijandig

adjective

belonging or appropriate to an enemy
- hostile → vijandig
hostile, eager to fight
- belligerent → vijandig; strijdlustig
aggressive, belligerent
- pugnacious → strijdlustig; vechtlustig; vijandig

adverb

with aggression
- truculently → woest; vijandig

Cross Translation:

From	To	Via
• vijandig	→ hostile	↔ feindselig — jemandem feindlich gesinnt; seine Abneigung oder Hass offen zeigend
• vijandig	→ malevolent	↔ malveillant — porter à vouloir, à souhaiter du mal à autrui.