Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. achterhalen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for achterhalen from Dutch to English

achterhalen:

achterhalen verb (achterhaal, achterhaalt, achterhaalde, achterhaalden, achterhaald)

  1. achterhalen (te weten komen)
    to discover
    – get to know or become aware of, usually accidentally 1
    • discover verb (discovers, discovered, discovering)
    to find out
    • find out verb (finds out, found out, finding out)

Conjugations for achterhalen:

o.t.t.
  1. achterhaal
  2. achterhaalt
  3. achterhaalt
  4. achterhalen
  5. achterhalen
  6. achterhalen
o.v.t.
  1. achterhaalde
  2. achterhaalde
  3. achterhaalde
  4. achterhaalden
  5. achterhaalden
  6. achterhaalden
v.t.t.
  1. heb achterhaald
  2. hebt achterhaald
  3. heeft achterhaald
  4. hebben achterhaald
  5. hebben achterhaald
  6. hebben achterhaald
v.v.t.
  1. had achterhaald
  2. had achterhaald
  3. had achterhaald
  4. hadden achterhaald
  5. hadden achterhaald
  6. hadden achterhaald
o.t.t.t.
  1. zal achterhalen
  2. zult achterhalen
  3. zal achterhalen
  4. zullen achterhalen
  5. zullen achterhalen
  6. zullen achterhalen
o.v.t.t.
  1. zou achterhalen
  2. zou achterhalen
  3. zou achterhalen
  4. zouden achterhalen
  5. zouden achterhalen
  6. zouden achterhalen
diversen
  1. achterhaal!
  2. achterhaalt!
  3. achterhaald
  4. achterhalende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achterhalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
discover achterhalen; te weten komen aantreffen; ontdekken; ontwaren; opsporen; tegenkomen; vinden
find out achterhalen; te weten komen achter komen

Wiktionary Translations for achterhalen:

achterhalen
verb
  1. iets weten op te sporen