Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afstand nemen:


Dutch

Detailed Translations for afstand nemen from Dutch to English

afstand nemen:

afstand nemen verb (neem afstand, neemt afstand, nam afstand, namen afstand, afstand genomen)

  1. afstand nemen

Conjugations for afstand nemen:

o.t.t.
  1. neem afstand
  2. neemt afstand
  3. neemt afstand
  4. nemen afstand
  5. nemen afstand
  6. nemen afstand
o.v.t.
  1. nam afstand
  2. nam afstand
  3. nam afstand
  4. namen afstand
  5. namen afstand
  6. namen afstand
v.t.t.
  1. heb afstand genomen
  2. hebt afstand genomen
  3. heeft afstand genomen
  4. hebben afstand genomen
  5. hebben afstand genomen
  6. hebben afstand genomen
v.v.t.
  1. had afstand genomen
  2. had afstand genomen
  3. had afstand genomen
  4. hadden afstand genomen
  5. hadden afstand genomen
  6. hadden afstand genomen
o.t.t.t.
  1. zal afstand nemen
  2. zult afstand nemen
  3. zal afstand nemen
  4. zullen afstand nemen
  5. zullen afstand nemen
  6. zullen afstand nemen
o.v.t.t.
  1. zou afstand nemen
  2. zou afstand nemen
  3. zou afstand nemen
  4. zouden afstand nemen
  5. zouden afstand nemen
  6. zouden afstand nemen
diversen
  1. neem afstand!
  2. neemt afstand!
  3. afstand genomen
  4. afstand nemende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afstand nemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
distance oneself afstand nemen

Related Translations for afstand nemen