Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. belediging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for belediging from Dutch to English

belediging:

belediging [de ~ (v)] noun

  1. de belediging (grief; krenking)
    the offence; the injury; the hurt; the offense
  2. de belediging (beschimping; spot; schamp)
    the scoffing; the jeering

Translation Matrix for belediging:

NounRelated TranslationsOther Translations
hurt belediging; grief; krenking kwetsuur; verwonding; wond
injury belediging; grief; krenking afbreuk; benadeling; beschadiging; blessure; kwetsuur; letsel; schade; verlies; verwonding; wond
jeering belediging; beschimping; schamp; spot gekanker; gescheld; geschimp; hoon; hoongelach
offence belediging; grief; krenking delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding
offense belediging; grief; krenking delict; misdaad; misdrijf; overtreding; schanddaad; vergrijp; wandaad; wetsovertreding
scoffing belediging; beschimping; schamp; spot aanfluiting; bespotting; geschimp; gespot; hoon; ironie; sarcasme; schrokken; smaad; spot; spotternij
VerbRelated TranslationsOther Translations
hurt aandoen; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; duperen; folteren; grieven; knauwen; krenken; kwaad doen; kwellen; kwetsen; martelen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; verwonden; zeer doen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
hurt beledigd; gegriefd; gekwetst; gewond

Related Words for "belediging":

  • beledigingen

Wiktionary Translations for belediging:

belediging
noun
  1. een krenking van iemands gevoel van eer of eigenwaarde
belediging
noun
  1. action or speech deliberately intended to be rude
  2. offensive and abusive language or behaviour
  3. an offensive, immoral or indecent act
verb
  1. to insult intentionally, especially openly

Cross Translation:
FromToVia
belediging affront; defamation; flout; despite; insult; libel Beleidigung — jede Verletzung der persönlichen Ehre eines anderen
belediging affront; injury; insult; offence; abuse; curse affrontoutrage fait en face, soit en paroles, être en action.
belediging insult; affront; injury; offense; offence injure — archaïque|fr injustice.
belediging gibe quolibetplaisanterie vulgaire et injurieux.