Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bestrooien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bestrooien from Dutch to English

bestrooien:

bestrooien verb (bestrooi, bestrooit, bestrooide, bestrooiden, bestrooid)

  1. bestrooien (bezaaien)

Conjugations for bestrooien:

o.t.t.
  1. bestrooi
  2. bestrooit
  3. bestrooit
  4. bestrooien
  5. bestrooien
  6. bestrooien
o.v.t.
  1. bestrooide
  2. bestrooide
  3. bestrooide
  4. bestrooiden
  5. bestrooiden
  6. bestrooiden
v.t.t.
  1. heb bestrooid
  2. hebt bestrooid
  3. heeft bestrooid
  4. hebben bestrooid
  5. hebben bestrooid
  6. hebben bestrooid
v.v.t.
  1. had bestrooid
  2. had bestrooid
  3. had bestrooid
  4. hadden bestrooid
  5. hadden bestrooid
  6. hadden bestrooid
o.t.t.t.
  1. zal bestrooien
  2. zult bestrooien
  3. zal bestrooien
  4. zullen bestrooien
  5. zullen bestrooien
  6. zullen bestrooien
o.v.t.t.
  1. zou bestrooien
  2. zou bestrooien
  3. zou bestrooien
  4. zouden bestrooien
  5. zouden bestrooien
  6. zouden bestrooien
diversen
  1. bestrooi!
  2. bestrooit!
  3. bestrooid
  4. bestrooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bestrooien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
cover with bestrooien; bezaaien
dust with bestrooien; bezaaien
sprinkle with bestrooien; bezaaien

Wiktionary Translations for bestrooien:

bestrooien
verb
  1. to distribute objects or pieces of something

Cross Translation:
FromToVia
bestrooien strew; sprinkle joncherparsemer de jonc, de feuillages, de fleurs, de branchages verts, pour une cérémonie.