Dutch

Detailed Translations for bezinning from Dutch to English

bezinning:

bezinning [de ~ (v)] noun

  1. de bezinning (inkeer)
    the repentance; the reflection; the sense
  2. de bezinning (heroverweging)
    the contemplation; the reflection; the reconsideration; the rethinking
  3. de bezinning (gewetensonderzoek)

Translation Matrix for bezinning:

NounRelated TranslationsOther Translations
contemplation bezinning; heroverweging beschouwelijkheid; bespiegelen; contemplatie; gepeins; meditatie; overdenking; overpeinzing
reconsideration bezinning; heroverweging heroverweging; herziening; opwaardering
reflection bezinning; heroverweging; inkeer afspiegeling; bespiegeling; gepeins; meditatie; overdenking; overdenking met commentaar; overpeinzing; reflectie; spiegelbeeld; spiegeling; weerkaatsing; weerschijn; weerschijnen; weerspiegelen; weerspiegeling
repentance bezinning; inkeer berouw; boetvaardige; spijt
rethinking bezinning; heroverweging
searching of conscience bezinning; gewetensonderzoek
sense bezinning; inkeer bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; brein; denkvermogen; geest; hersens; ratio; strekking; tendens; vernuft; verstand
VerbRelated TranslationsOther Translations
sense aanvoelen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; lucht krijgen van; merken; onderscheiden; ontwaren; te zien krijgen; uit elkaar houden; uiteenhouden; voelen; voorvoelen; waarnemen; zien
ModifierRelated TranslationsOther Translations
sense sensueel; wulps; zinlijk; zintuiglijke

Wiktionary Translations for bezinning:


Cross Translation:
FromToVia
bezinning command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
bezinning consciousness; conscience; lucidity; realization conscience — Traductions à trier suivant le sens