Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. heen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for heen from Dutch to English

heen:

heen adv

  1. heen (ksst; weg; vort)
    away; go; shoo; push off

Translation Matrix for heen:

NounRelated TranslationsOther Translations
go beurt; rondje; spelletje
VerbRelated TranslationsOther Translations
go afleggen; gaan; heengaan; lopen; meters maken; opbreken; opstappen; stappen; vertrekken; weggaan; zich begeven; zich voortbewegen
push off afduwen; afschuiven; afstoten; eraf duwen; erafschoppen; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
go heen; ksst; vort; weg
ModifierRelated TranslationsOther Translations
away heen; ksst; vort; weg ervandoor; ervantussen
push off heen; ksst; vort; weg
shoo heen; ksst; vort; weg

Antonyms for "heen":


Related Definitions for "heen":

  1. de weg ernaar toe1
    • heen ga ik wel lopen1
  2. naar toe1
    • waar gaat hij heen?1

Wiktionary Translations for heen:

heen
adverb
  1. from here

Cross Translation:
FromToVia
heen far; away; forth; off; yonder; afar loin — Se trouvant à une grande distance (sens général)
heen short; out à court — (familier, fr) En manque de.

Related Translations for heen