Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. impasse:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for impasse from Dutch to English

impasse:

impasse [de ~ (v)] noun

  1. de impasse
    the impasse; the deadlock; the stalemate; the blind alley; the fix
  2. de impasse
    the deadlock
    – In operating systems and database applications, a situation in which two or more processes cannot continue because each process is waiting for resources to be freed by the continuation of the other process. 1
  3. de impasse
    the deadlock
    – A situation in which a thread will not relinquish its exclusive access to a critical section. 1

Translation Matrix for impasse:

NounRelated TranslationsOther Translations
blind alley impasse dood spoor; doodlopende steeg; doodlopende weg; slop; uitzichtloze situatie
deadlock impasse
fix impasse
impasse impasse
stalemate impasse pat; patstelling
VerbRelated TranslationsOther Translations
fix aan een touw vastleggen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aanhechten; aanpassen; afdoen; afstellen; afstemmen; bevestigen; bijstellen; fiksen; fixeren; flikken; goedmaken; hechten; herstellen; iets regelen; in orde maken; klaarspelen; klaren; knopen; maken; onuitwisbaar maken; rechtstrijken; rechtzetten; regelen; repareren; schikken; strikken; vastknopen; vastleggen; verhelpen; voor elkaar krijgen
stalemate klemzetten

Related Words for "impasse":

  • impassen, impasses

Wiktionary Translations for impasse:

impasse
noun
  1. A clog; any jam or mess that halts or greatly delays progress