Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. invretend:
  2. invreten:


Dutch

Detailed Translations for invretend from Dutch to English

invretend:

invretend adj

  1. invretend (inbijtend; bijtend; inwerkend)

Translation Matrix for invretend:

NounRelated TranslationsOther Translations
biting bijten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
biting bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend bijtend; bijtende; doordringend; fel; gemeen; gevat; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
corrosive bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
corroding bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend

invreten:

invreten verb (vreet in, vrat in, vraten in, ingevreten)

  1. invreten (inbijten)
    to corrode; to attack; to eat into; to bite into; to erode
    • corrode verb (corrodes, corroded, corroding)
    • attack verb (attacks, attacked, attacking)
    • eat into verb (eats into, ate into, eating into)
    • bite into verb (bites into, biting into)
    • erode verb (erodes, eroded, eroding)

Conjugations for invreten:

o.t.t.
  1. vreet in
  2. vreet in
  3. vreet in
  4. vreten in
  5. vreten in
  6. vreten in
o.v.t.
  1. vrat in
  2. vrat in
  3. vrat in
  4. vraten in
  5. vraten in
  6. vraten in
v.t.t.
  1. heb ingevreten
  2. hebt ingevreten
  3. heeft ingevreten
  4. hebben ingevreten
  5. hebben ingevreten
  6. hebben ingevreten
v.v.t.
  1. had ingevreten
  2. had ingevreten
  3. had ingevreten
  4. hadden ingevreten
  5. hadden ingevreten
  6. hadden ingevreten
o.t.t.t.
  1. zal invreten
  2. zult invreten
  3. zal invreten
  4. zullen invreten
  5. zullen invreten
  6. zullen invreten
o.v.t.t.
  1. zou invreten
  2. zou invreten
  3. zou invreten
  4. zouden invreten
  5. zouden invreten
  6. zouden invreten
en verder
  1. is ingevreten
diversen
  1. vreet in!
  2. vreet in!
  3. ingevreten
  4. invretend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for invreten:

NounRelated TranslationsOther Translations
attack aanval; aanvallen; attaque; attaqueren; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
VerbRelated TranslationsOther Translations
attack inbijten; invreten aantasten; aanvallen; aanvreten; attaqueren; bederven; belegeren; beschadigen; bestormen; overvallen
bite into inbijten; invreten
corrode inbijten; invreten aanbijten; aanvreten; eroderen; wegvreten
eat into inbijten; invreten
erode inbijten; invreten aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; eroderen; wegvreten