Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kwaken:
  2. kwak:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kwaken from Dutch to English

kwaken:

kwaken verb (kwaak, kwaakt, kwaakte, kwaakten, gekwaakt)

  1. kwaken (kwetteren; kwekken; snateren)
    to quack; to croak
    • quack verb (quacks, quacked, quacking)
    • croak verb (croaks, croaked, croaking)
  2. kwaken (kwetteren; snateren; kakelen)
    to quack; to gabble; to chatter; to chirp
    • quack verb (quacks, quacked, quacking)
    • gabble verb (gabbles, gabbled, gabbling)
    • chatter verb (chatters, chattered, chattering)
    • chirp verb (chirps, chirped, chirping)
    to rattle
    – make short successive sounds 1
    • rattle verb (rattles, rattled, rattling)

Conjugations for kwaken:

o.t.t.
  1. kwaak
  2. kwaakt
  3. kwaakt
  4. kwaken
  5. kwaken
  6. kwaken
o.v.t.
  1. kwaakte
  2. kwaakte
  3. kwaakte
  4. kwaakten
  5. kwaakten
  6. kwaakten
v.t.t.
  1. heb gekwaakt
  2. hebt gekwaakt
  3. heeft gekwaakt
  4. hebben gekwaakt
  5. hebben gekwaakt
  6. hebben gekwaakt
v.v.t.
  1. had gekwaakt
  2. had gekwaakt
  3. had gekwaakt
  4. hadden gekwaakt
  5. hadden gekwaakt
  6. hadden gekwaakt
o.t.t.t.
  1. zal kwaken
  2. zult kwaken
  3. zal kwaken
  4. zullen kwaken
  5. zullen kwaken
  6. zullen kwaken
o.v.t.t.
  1. zou kwaken
  2. zou kwaken
  3. zou kwaken
  4. zouden kwaken
  5. zouden kwaken
  6. zouden kwaken
diversen
  1. kwaak!
  2. kwaakt!
  3. gekwaakt
  4. kwakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwaken:

NounRelated TranslationsOther Translations
chatter gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwebbel
chirp gepiep; getjilp
gabble eendegesnater; gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwaak; gekwebbel; gesnater
quack charlatan; kwakzalver; wonderdokter
rattle babbelaar; babbelaarster; gereutel; gerochel; kinderspeeltje; klep; klepper; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; rammelaar; ratel; zwammer; zwetser
VerbRelated TranslationsOther Translations
chatter kakelen; kwaken; kwetteren; snateren babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; praten; ratelen; snateren; spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
chirp kakelen; kwaken; kwetteren; snateren krieken; kwetteren; kwinkeleren; piepen; tjilpen
croak kwaken; kwekken; kwetteren; snateren
gabble kakelen; kwaken; kwetteren; snateren raffelen
quack kakelen; kwaken; kwekken; kwetteren; snateren
rattle kakelen; kwaken; kwetteren; snateren babbelen; daveren; denderen; dreunen; kakelen; klappen; klepperen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; piepen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen

Related Words for "kwaken":


Wiktionary Translations for kwaken:

kwaken
verb
  1. witter
kwaken
verb
  1. of a frog, to make its cry
  2. to make a noise like a duck

kwaken form of kwak:

kwak [de ~ (m)] noun

  1. de kwak (klodder; kledder; lik)
    the blob; the clot; the slush; the dab
  2. de kwak (smak; dreun; klap; knal)
    the crash; the boom; the smack; the bump; the blast; the bang; the thud; the thump

Translation Matrix for kwak:

NounRelated TranslationsOther Translations
bang dreun; klap; knal; kwak; smak bam; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony
blast dreun; klap; knal; kwak; smak ontlading; plotselinge uitbarsting
blob kledder; klodder; kwak; lik BLOB; blob
boom dreun; klap; knal; kwak; smak bam; bloei; explosie; hausse; hoogconjunctuur; knal; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; rijzing; toename; vooruitgang; vordering
bump dreun; klap; knal; kwak; smak bobbel; bons; duw; duwtje; hobbel; hobbeling; kwetsuur; letsel; oneffenheid; ongelijkheid; pof; por; stoot; stootje; zet
clot kledder; klodder; kwak; lik klont; klonter
crash dreun; klap; knal; kwak; smak aanrijding; aanvaring; afname; barst; beurskrach; botsing; breuk; collisie; crash; daling; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; krach; krak; minder worden; scheur; terugloop; val; vastloper
dab kledder; klodder; kwak; lik schar
slush kledder; klodder; kwak; lik bagger; modder; prut; slib; slijk; slik; sneeuwwater
smack dreun; klap; knal; kwak; smak dreun; handslag; jens; klap; klapzoen; klop; knal; lel; mep; opstopper; pakkerd; peut; stoot; tik; toegebrachte klap
thud dreun; klap; knal; kwak; smak bons; pof
thump dreun; klap; knal; kwak; smak bons; pof
VerbRelated TranslationsOther Translations
bang bonken; een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; knallen; meppen; rammen; slaan; timmeren
blast bekritiseren
boom blaffen; bloeien; brullen; bulderen; daveren; knallen; schreeuwen; tot hoogconjunctuur komen
clot klonteren; opstijven
crash aanrijden; botsen; crashen; ineenstorten; instorten; ontbinden; op elkaar knallen; op elkaar stoten; rotten; stoten op; vastlopen; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten
dab afbetten; betten; bevochtigen; deppen
smack een klap geven; hard slaan; hengsten; meppen; slaan; smakken; smakkend eten; timmeren
thump bonken; hameren; hengsten; rammen; slaan; stompen
AdverbRelated TranslationsOther Translations
bang boem
OtherRelated TranslationsOther Translations
blast laten exploderen; opblazen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
blast bliksems; verdraaid; verduiveld

Related Words for "kwak":


Wiktionary Translations for kwak:

kwak
noun
  1. a lump of soft or sticky material
  2. sound made by a duck

Cross Translation:
FromToVia
kwak black-crowned night heron NachtreiherZoologie, Ornithologie: Vogel aus der Familie der Reiher
kwak night heron; black-crowned night heron héron bihoreau — ornithol|fr Espèce d'oiseau échassier de la famille des ardéidés, à dos noir et calotte noire, présent dans la plupart des régions du monde et à l'activité plutôt nocturne.