Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. leeftocht:


Dutch

Detailed Translations for leeftocht from Dutch to English

leeftocht:

leeftocht [de ~ (m)] noun

  1. de leeftocht
    the provisions; the eatables; the victuals; the food; the edibles

Translation Matrix for leeftocht:

NounRelated TranslationsOther Translations
eatables leeftocht levensmiddelen
edibles leeftocht levensmiddelen
food leeftocht consumpties; eetwaren; eten; gerecht; kost; levensmiddel; levensmiddelen; proviand; schotel; spijs; spijziging; verteringen; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
provisions leeftocht voedselvoorraad
victuals leeftocht levensmiddelen