Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. meters maken:


Dutch

Detailed Translations for meters maken from Dutch to English

meters maken:

meters maken verb

  1. meters maken (afleggen)
    to traverse; to cover; to travel; to do; to go
    • traverse verb (traverses, traversed, traversing)
    • cover verb (covers, covered, covering)
    • travel verb (travels, travelled, travelling)
    • do verb (does, did, doing)
    • go verb (goes, went, going)

Translation Matrix for meters maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
cover afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
go beurt; rondje; spelletje
travel reis
traverse dwarsbalk
VerbRelated TranslationsOther Translations
cover afleggen; meters maken afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
do afleggen; meters maken arbeiden; doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; werken
go afleggen; meters maken gaan; heengaan; lopen; opbreken; opstappen; stappen; vertrekken; weggaan; zich begeven; zich voortbewegen
travel afleggen; meters maken afreizen; heengaan; reizen; rondreizen; trekken; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken; zwerven
traverse afleggen; meters maken dwars oversteken; oversteken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
go heen; ksst; vort; weg

Related Translations for meters maken