Summary


Dutch

Detailed Translations for onbenul from Dutch to English

onbenul:

onbenul [de ~] noun

  1. de onbenul (idioot; simpele ziel; dwaas; )
    the simpleton; the numbskull; the dumbo; the idiot; the rattle-brain; the simple mind; the silly man; the fool

Translation Matrix for onbenul:

NounRelated TranslationsOther Translations
dumbo achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel
fool achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel achterlijke; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; mallerd; malloot; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; pias; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zot; zottin; zwakzinnige
idiot achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel achterlijke; debiel; dolleman; domkop; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; flapdrol; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; kuiken; mafkees; mafketel; mafkikker; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken; waanzinnige; zot; zwakzinnige
numbskull achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel druiloor; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
rattle-brain achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel achterlijke; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; kalfskop; mallerd; malloot; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; pias; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul; waanzinnige; zot; zottin; zwakzinnige
silly man achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel
simple mind achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel
simpleton achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel druiloor; idioot; kalfskop; kuiken; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uil
VerbRelated TranslationsOther Translations
fool afzetten; beet nemen; beetnemen; foppen; in de maling nemen; in het ootje nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; wijsmaken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
idiot dwaas; gek; idioot; maf
simpleton schaapachtig

Related Words for "onbenul":

  • onbenullen