Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onmogelijkheid:
  2. onmogelijk:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for onmogelijkheid:
    • inability


Dutch

Detailed Translations for onmogelijkheid from Dutch to English

onmogelijkheid:

onmogelijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de onmogelijkheid
    the impossibility

Translation Matrix for onmogelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
impossibility onmogelijkheid onbestaanbaarheid

Related Words for "onmogelijkheid":


Wiktionary Translations for onmogelijkheid:

onmogelijkheid
noun
  1. The quality of being impossible

Cross Translation:
FromToVia
onmogelijkheid impossibility impossibilitédéfaut de possibilité.

onmogelijk:

onmogelijk adj

  1. onmogelijk

Translation Matrix for onmogelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
impossible onmogelijk hopeloos; kansloos; onbestaanbaar; uitzichtloos

Related Words for "onmogelijk":


Antonyms for "onmogelijk":


Related Definitions for "onmogelijk":

  1. heel moeilijk om mee om te gaan1
    • dat is een onmogelijk mens1
  2. wat niet uitgevoerd kan worden1
    • dat huiswerk is een onmogelijke opgave1

Wiktionary Translations for onmogelijk:

onmogelijk
adverb
  1. in an impossible manner
adjective
  1. not possible

Cross Translation:
FromToVia
onmogelijk impossible unmöglich — nicht machbar, undurchführbar
onmogelijk ridiculous unmöglichpersonenbezogen: unduldbar, unentschuldbar, nicht akzeptabel, unpassend
onmogelijk inconceivable unmöglich — unwahrscheinlich, nicht vorstellbar, seltsam, merkwürdig
onmogelijk impossible impossible — Qui ne peut être ; ce qui ne se peut faire.