Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opdracht:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for opdracht:
    • assesment, quest


Dutch

Detailed Translations for opdracht from Dutch to English

opdracht:

opdracht [de ~] noun

  1. de opdracht (dwangbevel; order; taak; consigne; bevelschrift)
    the assignment; the order; the shibboleth; the instruction; the command; the parole; the cue; the motto
  2. de opdracht (consigne; mandaat; lastgeving)
    the instruction; the orders
  3. de opdracht
    the command
    – An instruction to a computer program that, when issued by the user, causes an action to be carried out. Commands are usually either typed at the keyboard or chosen from a menu. 1

Translation Matrix for opdracht:

NounRelated TranslationsOther Translations
assignment bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; gunning; instructie; kwestie; opgaaf; opgave; probleem; toewijzing; voorschrift; vraagstuk; zwaarte
command bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanvoeren; aanvoering; aanwijzing; autoriteit; beheersing; bevel; commando; dienstorder; gebod; gezag; heerschappij; instructie; leiding; macht; mate van bekwaamheid; oppperbevel; order; voorgaan; voorschrift
cue bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; keu; stapel; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
instruction bevelschrift; consigne; dwangbevel; lastgeving; mandaat; opdracht; order; taak aanwijzing; bevelschrift; briefing; cursus; handleiding; instructie; lastbrief; lering; les; mandaat; onderricht; onderrichting; onderwijs; uitleg; voorschrift
motto bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak devies; leus; leuze; lijfspreuk; motto; parool; spreuk
order bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bestelling; bevel; bevelschrift; bezorging; commando; decoratie; dienstorder; ereteken; gebod; instructie; lastbrief; lintje; mandaat; onderscheiding; onderscheidingsteken; orde; order; overhandiging; regelmaat; ridderorde; voorschrift; z-volgorde
orders consigne; lastgeving; mandaat; opdracht bestellingen; commissies; dienstorders
parole bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak devies; lijfspreuk; motto
shibboleth bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak
- bevel; order
VerbRelated TranslationsOther Translations
command aanvoeren; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; opdragen; verordenen; verordonneren; voorzitten
order aanrukken; aanvoeren; afkondigen; bestellen; bevel voeren over; bevelen; catalogiseren; classificeren; commanderen; decreteren; dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; ingeven; leiden; leidinggeven; macht uitoefenen; opdragen; ordenen; orderen; organiseren; overheersen; rangordenen; rangschikken; regelen; regeren; schikken; uitvaardigen; verordenen; verordonneren; voorschrijven

Synonyms for "opdracht":


Related Definitions for "opdracht":

  1. wat je moet doen van iemand2
    • Nico, jouw opdracht is dit produkt te verkopen2

Wiktionary Translations for opdracht:

opdracht
noun
  1. een te verrichten werk
opdracht
noun
  1. computing: directive to a computer program
  2. order
  3. command, bidding

Cross Translation:
FromToVia
opdracht commission; percentage; proceeds; subcommittee; errand; charge; entrustment; job; mandate; trust; appointment; authorization commissionmandat, charge que l’on donner à quelqu’un de faire quelque chose.
opdracht prescription prescription — Ordre

Related Translations for opdracht