Dutch

Detailed Translations for spoor from Dutch to English

spoor:

spoor [de ~] noun

  1. de spoor (aanwijzing)
    the clue; the lead; the tip; the hint
  2. de spoor (spoorweg; spoorbaan; baan; rails)
    the tracks; the track
    the railway; the railroad track; the railroad
    – a line of track providing a runway for wheels 1

Translation Matrix for spoor:

NounRelated TranslationsOther Translations
clue aanwijzing; spoor aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
hint aanwijzing; spoor aantijging; aanwijzing; flinter; floers; hint; insinuatie; klein beetje; schijntje; snufje; tip; toespeling; verwijzing; vingerwenk; vingerwijzing; vleugje; waas; wenk; zijdelingse verdachtmaking; zweem; zweempje
lead aanwijzing; spoor aanknopingspunt; aanvoeren; aanvoering; aanwijzing; elektrische geleiding; geleiding; leiding; lood; naaiplombe; plombe; potentiële klant; sales lead; tip; vingerwenk; vingerwijzing; voorgaan; voorsprong; wenk
railroad baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
railroad track baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
railway baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
tip aanwijzing; spoor aanwijzing; centrumspits; fooi; hoogst haalbare; punt; spits; tip; top; topje; uiteinde; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
track baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg afstand; baan; baanvak; buitenweg; dreef; etappe; hielspoor; landweg; nummer; paadje; pad; parcours; ronde; route; spoorwegwissel; tournee; traject; trekpad; wagenspoor; weg; wissel
tracks baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg rijwegen; wegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
hint doorschijnen
lead aanvoeren; begeleiden; besturen; in goede banen leiden; leiden; leiding geven; loden; managen; meevoeren; van loodglazuur voorzien; voeren; voorzitten
track achternagaan; achternalopen; bijhouden; in hetzelfde spoor lopen; nalopen; sporen; volgen

Related Words for "spoor":

  • spoortje, spoortjes

Related Definitions for "spoor":

  1. afdruk op de grond2
    • we zagen sporen van wilde zwijnen2
  2. rails waar treinen over rijden2
    • er lagen twee grote stenen op het spoor2

Wiktionary Translations for spoor:

spoor
noun
  1. twee met elkaar verbonden ijzeren staven waarover een trein rijdt
  2. spore
  3. afdruk
  4. metalen punt of getand wieltje aan de hiel van de rijlaars
spoor
noun
  1. -
  2. signs of a course taken
  3. figuratively: any traces that can be followed
  4. reproductive particle
  5. A rigid implement, often roughly y-shaped, that is fixed to one's heel for purpose of prodding a horse
  6. mark left by something that has passed along
  7. track followed by a hunter

Cross Translation:
FromToVia
spoor lane Bahn — in einer bestimmten Länge und Breite vorgegebene Spur für Fahrzeuge
spoor railway Bahn — ein schienengebundenes Verkehrsmittel
spoor train Bahn — kurz die Eisenbahn
spoor rail-track Gleis — Fahrweg für Schienenfahrzeuge, der aus zwei parallel verlaufenden Schienen besteht
spoor trace; track Spur — hinweisgebende Hinterlassenschaft
spoor trace; track Spurim engeren Sinne: Markierung auf dem Boden
spoor lane Spur — feste Bahn eines Transportmittels
spoor trace; touch Spur — sehr kleine Menge
spoor imprint; trace; track; spoor; trail; fingerprint; footprint empreinte — Figure empreinte, impression, marque.
spoor impression; imprint; printing; printout; trace; track; spoor; trail; printed matter; air; aura; effect impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action.
spoor highway; road; roadway; high road; route; way; course; passage; path; pathway; track routeTraductions à trier suivant le sens.
spoor spore spore — (botanique) corpuscule reproducteur des plantes cryptogames.
spoor trace tracevestige qu’un homme ou un animal laisser à l’endroit où il passer.
spoor spur éperon — Crochet de talon (1)

Related Translations for spoor