Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. sprookje:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for sprookje from Dutch to English

sprookje:

sprookje [het ~] noun

  1. het sprookje (verzinsel; fictie; fabel; )
    the fairytale
    – an interesting but highly implausible story; often told as an excuse 1
    the delusion
    – the act of deluding; deception by creating illusory ideas 1
    the fiction; the fable
    – a deliberately false or improbable account 1
    the fib; the story
    – a trivial lie 1
    • fib [the ~] noun
      • he told a fib about eating his spinach1
    • story [the ~] noun
      • how can I stop my child from telling stories?1
    the old wive's tale
  2. het sprookje (sprookjesverhaal)
    the fairytale; the fable; the story

Translation Matrix for sprookje:

NounRelated TranslationsOther Translations
delusion bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel anamorfose; chimère; drogbeeld; droombeeld; gezichtsbedrog; hersenschim; illusie; schijnbeeld; spookbeeld; voorspiegeling; waan; waanbeeld; waandenkbeeld; waanidee; waanvoorstelling; zinsbedrog; zinsbegoocheling
fable bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel
fairytale bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel
fib bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel leugentje
fiction bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel
old wive's tale bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel
story bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel excuus; geschiedenis; relaas; smoes; uitvlucht; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel; voorwendsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
fib jokken; liegen; voorjokken; voorliegen

Related Words for "sprookje":

  • sprookjes

Wiktionary Translations for sprookje:

sprookje
noun
  1. een meestal moraliserend verhaal voor kinderen waarin fantasiewezens en magie een belangrijke rol spelen
sprookje
noun
  1. a folktale

Cross Translation:
FromToVia
sprookje fairy tale Märchen — auf mündlicher Überlieferung beruhende, kurze Erzählung, oft mit fantastischen und wunderbaren Begebenheiten
sprookje story; tale; fairy tale conte — Récit d’aventures imaginaires.