Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stalletje:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stalletje from Dutch to English

stalletje:

stalletje [het ~] noun

  1. het stalletje (kraam; stand)
    the stand; the booth; the stall

Translation Matrix for stalletje:

NounRelated TranslationsOther Translations
booth kraam; stalletje; stand kraampje; marktkraam; tent
stall kraam; stalletje; stand kraampje
stand kraam; stalletje; stand bewering; denkbeeld; driepoot; getuigenbank; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; inzicht; kraampje; lezing; mat; matje; mening; onderlegger; onderstel; onderzetter; oordeel; opinie; opvatting; placemat; poot; positie; sokkel; staander; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; tafelmatje; thema; visie; voet; voetstuk; zienswijze; zuilvoet
VerbRelated TranslationsOther Translations
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden

Related Words for "stalletje":


Wiktionary Translations for stalletje:


Cross Translation:
FromToVia
stalletje scramble; shed; stand; booth; lean-to; stall kiosque — urbanisme|fr siècle|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
stalletje shop; stall; booth échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.