Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. weerkrijgen:


Dutch

Detailed Translations for weerkrijgen from Dutch to English

weerkrijgen:

weerkrijgen verb

  1. weerkrijgen (terugkrijgen; herkrijgen)
    to regain; to get back; to retake
    • regain verb (regains, regained, regaining)
    • get back verb (gets back, got back, getting back)
    • retake verb (retakes, retook, retaking)

Translation Matrix for weerkrijgen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
get back herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen
regain herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen heroveren; herwinnen; terugwinnen
retake herkrijgen; terugkrijgen; weerkrijgen heroveren; herwinnen