Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zich bedienen aan tafel:


Dutch

Detailed Translations for zich bedienen aan tafel from Dutch to English

zich bedienen aan tafel:

zich bedienen aan tafel verb

  1. zich bedienen aan tafel (opdissen; opscheppen; zich bedienen)
    to dish up; to serve out
    • dish up verb (dishes up, dished up, dishing up)
    • serve out verb (serves out, served out, serving out)

Translation Matrix for zich bedienen aan tafel:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dish up opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel eten opscheppen; opscheppen; voorschotelen
serve out opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel aan tafel bedienen; bedienen; eten opscheppen; opdienen; opdissen; opscheppen; voorzetten

Related Translations for zich bedienen aan tafel