Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. beoordelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beoordelen from Dutch to Spanish

beoordelen:

beoordelen verb (beoordeel, beoordeelt, beoordeelde, beoordeelden, beoordeeld)

  1. beoordelen (goed- of afkeuren)

Conjugations for beoordelen:

o.t.t.
  1. beoordeel
  2. beoordeelt
  3. beoordeelt
  4. beoordelen
  5. beoordelen
  6. beoordelen
o.v.t.
  1. beoordeelde
  2. beoordeelde
  3. beoordeelde
  4. beoordeelden
  5. beoordeelden
  6. beoordeelden
v.t.t.
  1. heb beoordeeld
  2. hebt beoordeeld
  3. heeft beoordeeld
  4. hebben beoordeeld
  5. hebben beoordeeld
  6. hebben beoordeeld
v.v.t.
  1. had beoordeeld
  2. had beoordeeld
  3. had beoordeeld
  4. hadden beoordeeld
  5. hadden beoordeeld
  6. hadden beoordeeld
o.t.t.t.
  1. zal beoordelen
  2. zult beoordelen
  3. zal beoordelen
  4. zullen beoordelen
  5. zullen beoordelen
  6. zullen beoordelen
o.v.t.t.
  1. zou beoordelen
  2. zou beoordelen
  3. zou beoordelen
  4. zouden beoordelen
  5. zouden beoordelen
  6. zouden beoordelen
diversen
  1. beoordeel!
  2. beoordeelt!
  3. beoordeeld
  4. beoordelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beoordelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
criticar beoordelen; goed- of afkeuren aanmerking maken; afkraken; bediscussiëren; bekritiseren; bepraten; berispen; bespreken; betuttelen; doorpraten; doorspreken; fel bekritiseren; hekelen; katten; kraken; kritiseren; loskrijgen; losmaken; lostornen; manen; neerhalen; omlaaghalen; praten over; recenseren; terechtwijzen; tornen; uithalen; uittrekken; vermanen; vitten; waarschuwen
hacer una crítica de beoordelen; goed- of afkeuren bediscussiëren; bekritiseren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over; recenseren
juzgar beoordelen; goed- of afkeuren een oordeel wijzen; oordelen; rechtspreken

Related Definitions for "beoordelen":

  1. zeggen wat je van iets of iemand vindt1
    • hoe beoordeel je dat boek?1

Wiktionary Translations for beoordelen:

beoordelen
verb
  1. tot een oordeel komen over iets

Cross Translation:
FromToVia
beoordelen evaluar; estimar assess — to determine the value of
beoordelen juzgar; criticar criticise — to evaluate
beoordelen juzgar judge — to form an opinion on
beoordelen juzgar beurteilen — (transitiv) über jemanden oder etwas ein Urteil fällen
beoordelen criticar critiquer — péjoratif|fr Faire des reproches, faire ressortir uniquement les défauts.
beoordelen juzgar juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.
beoordelen llevar; reprender reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général)