Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. pels:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pels from Dutch to Spanish

pels:

pels [de ~ (m)] noun

  1. de pels (vacht; bont)
    la lana; el pelo; la piel; el pelaje
  2. de pels (halsbontje)
    la piel; el cuello de piel
  3. de pels (lamsvacht; lamsvel)

Translation Matrix for pels:

NounRelated TranslationsOther Translations
cuello de piel halsbontje; pels bontkraag
lana bont; pels; vacht laken; wol; wollen weefsel
pelaje bont; pels; vacht
pelo bont; pels; vacht
piel bont; halsbontje; pels; vacht afzetting met bont; huid; omhulling; peul; schil; vel
piel de cordero lamsvacht; lamsvel; pels

Related Words for "pels":

  • pelsen, pelzen

Wiktionary Translations for pels:

pels
noun
  1. de dichtbehaarde huid van verschillende dieren