Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. validiteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for validiteit from Dutch to Spanish

validiteit:

validiteit [de ~ (v)] noun

  1. de validiteit (geldigheid)
    la validez
  2. de validiteit (lichamelijke geschiktheid)
    la vigencia; la validez

Translation Matrix for validiteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
validez geldigheid; lichamelijke geschiktheid; validiteit geldigheid; geldigheidsduur; gelding; geldingsdrang; krachtdadigheid; termijn van geldigheid
vigencia lichamelijke geschiktheid; validiteit geldigheid; geldigheidsduur; gelding; geldingsdrang; kracht; krachtdadigheid; levensduur; macht; termijn van geldigheid; vermogen

Wiktionary Translations for validiteit:

validiteit
noun
  1. geldigheid