Summary


Dutch

Detailed Translations for aanzegging from Dutch to Spanish

aanzegging:

aanzegging [de ~ (v)] noun

  1. de aanzegging (kennisgeving; aanschrijving)
    el aviso; el pedido; la orden; el encargo; la circular; el requerimiento; el mandato; la notificación; la evocación

Translation Matrix for aanzegging:

NounRelated TranslationsOther Translations
aviso aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aankondigen; aankondiging; aanzeggen; afkondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; decreet; gewag; herinnering; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; memorandum; opgave; opheldering; relaas; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitspraak; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; vermaning; vermelding; verwittiging; waarschuwing
circular aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aankondigen; aanzeggen; circulaire; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; nieuwsbrief; rondschrijven
encargo aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aanwijzing; bevelschrift; consigne; dienstorder; dwangbevel; instructie; lastgeving; licentie; mandaat; opdracht; order; procuratie; taak; vergunning; volmacht; voorschrift
evocación aanschrijving; aanzegging; kennisgeving convocatie; oproeping
mandato aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aanwijzing; allegaartje; dienstorder; instructie; lastgeving; licentie; mandaat; mengelmoes; procuratie; samenraapsel; vergunning; volmacht; voorschrift
notificación aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aangifte; aankondigen; aankondiging; aanzeggen; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; claim; convocatie; declaratie; decreet; gewag; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; relaas; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitlegging; uitspraak; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
orden aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aaneenschakeling; aanwijzing; allegaartje; beleefdheid; beschaafdheid; bestel; betamelijkheid; bevel; commando; decorum; dienstorder; discipline; dwang; fatsoen; fatsoenlijkheid; gehoorzaamheid; gelazer; gelid; gevoeglijkheid; instructie; keten; keurigheid; mengelmoes; narigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; opbouw; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; properheid; reeks; regelmaat; reglementering; rij; rij manschappen; rondborstigheid; rondheid; samenraapsel; samenstel; samenstelling; serie; smetteloosheid; structuur; systeem; trammelant; tucht; verordening; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
pedido aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aanvulling; additie; bestelopdracht; bijlage; meezending; onderdelenbestelopdracht; order; toelichting
requerimiento aanschrijving; aanzegging; kennisgeving aanmaning; aansporing tot plicht; begeren; daging; dagvaarding; dringend verzoek; herinnering; lust; maning; smachten; verlangen; wensen; zucht
VerbRelated TranslationsOther Translations
circular circuleren; de ronde doen; in omloop zijn; rondgaan; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
orden z-volgorde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
circular bol; cirkelvormig; kogelrond; kringvormig; rond; sferisch
pedido georderd; gewenst; gewild; verlangd; wenselijk

Related Words for "aanzegging":

  • aanzeggingen