Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. banketten:
  2. banket:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for banketten from Dutch to Spanish

banketten:

banketten [de ~] noun, plural

  1. de banketten (feestmalen)
    el banquetes

Translation Matrix for banketten:

NounRelated TranslationsOther Translations
banquetes banketten; feestmalen smulpartijen; vreetfestijnen

Related Words for "banketten":


banketten form of banket:

banket [het ~] noun

  1. het banket (feestmaal; smulpartij; feestdiner)
    el banquete
  2. het banket (galadiner; feestmaal; feestdiner; feestdis)
    el banquete de gala; el banquete

Translation Matrix for banket:

NounRelated TranslationsOther Translations
banquete banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; smulpartij eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; feestdiner; gelag; restaurant; restauratie; souper
banquete de gala banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner

Related Words for "banket":


Related Definitions for "banket":

  1. feestelijke maaltijd voor hoge gasten1
    • ook de koningin was bij het banket aanwezig1
  2. zoet gebak met amandelspijs erin1
    • met sinterklaas kreeg ik een letter van banket1

Wiktionary Translations for banket:


Cross Translation:
FromToVia
banket banquete; comida festiva banquet — a large celebratory meal; a feast
banket banquete Festmahlgehoben: ein Essen in festlichem Rahmen
banket comida festiva banquetfestin, repas d’apparat.