Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. desintegreren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for desintegreren from Dutch to Spanish

desintegreren:

desintegreren verb

  1. desintegreren (uiteenvallen; uit elkaar vallen)

Translation Matrix for desintegreren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
deshacerse desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen afrotten; brokkelen; in elkaar storten; kruimelen; ten gronde gaan; verbrokkelen; vergaan; verkommeren; verkruimelen; vervallen
desintegrarse desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen vergaan; verkommeren; vervallen

Wiktionary Translations for desintegreren:


Cross Translation:
FromToVia
desintegreren disgregar disintegrate — cause to break into parts
desintegreren desintegrar disintegrate — break up into one's parts