Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. doelschijf:


Dutch

Detailed Translations for doelschijf from Dutch to Spanish

doelschijf:

doelschijf [znw.] noun

  1. doelschijf
    la meta; el blanco; el objeto; el fin; el objetivo; el gol

Translation Matrix for doelschijf:

NounRelated TranslationsOther Translations
blanco doelschijf doel; doelwit; mikpunt; schietschijf
fin doelschijf beëindiging; citadel; conclusie; crypte; deurslot; doel; doeleinde; doelstelling; einde; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; graf; grafplaats; intentie; inzet; kasteel; meet; moedwil; onderaardse gang; oogmerk; ridderkasteel; ridderslot; rustplaats; slot; slotbeschouwing; sluiting; streven; toeleg; uiteinde; volbrenging; voltooiing; voornemen
gol doelschijf doel; doel bij voetbalwedstrijd; doeleinde; doelpunt; doelwit; gelukje; goal; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; streven; successtuk; toeleg; treffer; voornemen
meta doelschijf doel; doeleinde; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; opzet; plan; planning; streven; toeleg; voornemen
objetivo doelschijf aandrang; doel; doeleinde; doelstelling; drang; einddoel; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; opzet; plan; planning; streven; toeleg; voornemen; voorzetlens
objeto doelschijf artikel; ding; doel; doelwit; goed; intentie; item; mikpunt; moedwil; object; oogmerk; opzet; plan; planning; voornemen; voorwerp; zaak
ModifierRelated TranslationsOther Translations
blanco blanco; blank; bleek; bleek van gelaatskleur; flauw; flets; loos; ongelakt; pips; verschoten; vrij; wit; wit van huidskleur; zonder taak
objetivo koel; nuchter; objectief; onpartijdig; zakelijk