Summary


Dutch

Detailed Translations for gewenst from Dutch to Spanish

gewenst:


Translation Matrix for gewenst:

NounRelated TranslationsOther Translations
pedido aanschrijving; aanvulling; aanzegging; additie; bestelopdracht; bijlage; kennisgeving; meezending; onderdelenbestelopdracht; order; toelichting
querido aanbidder; beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; lieveling; lievelingetje; lieverd; maatje; minnaar; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin; vrijer
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anhelado gewenst; gewild; verlangd; wenselijk verlangde
conveniente gewenst; gewild; verlangd; wenselijk aan te prijzen; aanbevelenswaardig; aangenaam; begeerlijk; beschaafd; correct; eerbaar; eerbiedwekkend; fijn; geciviliseerd; gecultiveerd; gepast; gepaste; geraden; geschikte; indrukwekkend; juiste; keurig; kuis; lekker; naar behoren; netjes; ontwikkeld; passende; prettig; raadzaam; voegzaam; zedig
de desear gewenst; gewild; verlangd; wenselijk
deseable gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerd; begeerlijk; gevraagd; gewild; gezocht; veelgevraagd
deseado gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerd; begeerlijk; dierbare; geliefde; gevraagd; gewild; gezocht; veelbemind; veelgevraagd
pedido gewenst; gewild; verlangd; wenselijk georderd
querido gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerlijk; begerenswaardig; bemind; beminde; beste; dierbaar; dierbare; elegant; favoriete; geliefd; geliefde; geselecteerd; getapt; gevraagd; gracieus; lief; lieve; lievelings; sierlijk; toegenegen; uitverkoren; verkoren

Wiktionary Translations for gewenst:

gewenst
adjective
  1. wenselijk

wensen:

wensen verb (wens, wenst, wenste, wensten, gewenst)

  1. wensen (willen)
    querer; desear

Conjugations for wensen:

o.t.t.
  1. wens
  2. wenst
  3. wenst
  4. wensen
  5. wensen
  6. wensen
o.v.t.
  1. wenste
  2. wenste
  3. wenste
  4. wensten
  5. wensten
  6. wensten
v.t.t.
  1. heb gewenst
  2. hebt gewenst
  3. heeft gewenst
  4. hebben gewenst
  5. hebben gewenst
  6. hebben gewenst
v.v.t.
  1. had gewenst
  2. had gewenst
  3. had gewenst
  4. hadden gewenst
  5. hadden gewenst
  6. hadden gewenst
o.t.t.t.
  1. zal wensen
  2. zult wensen
  3. zal wensen
  4. zullen wensen
  5. zullen wensen
  6. zullen wensen
o.v.t.t.
  1. zou wensen
  2. zou wensen
  3. zou wensen
  4. zouden wensen
  5. zouden wensen
  6. zouden wensen
diversen
  1. wens !
  2. wenst !
  3. gewenst
  4. wensend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wensen [het ~] noun

  1. het wensen (verlangen; smachten; zucht; begeren; lust)
    la espera; el deseo; el requerimiento; el suspiro; el aguijón; el avance; el anhelo; la tirantez; el afán; el ardor; la ansiedad; el ansia; el requisito

Translation Matrix for wensen:

NounRelated TranslationsOther Translations
afán begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; ambitie; begeerte; begerige ijver; drang; drift; eerzucht; gauwigheid; gehaastheid; geploeter; gezwindheid; gezwoeg; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; impuls; instinct; lust; neiging; noeste vlijt; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; spoed; tempo; vaart; verlangen; vlotheid; vlugheid; wens
aguijón begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht angel; gifangel
anhelo begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht begeerte; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkering; lust; verlangen; wens
ansia begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrang; aandrift; begeerte; drang; drift; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkeren; impuls; lust; neiging; smachten; verlangen; wens
ansiedad begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
ardor begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrift; bruine rot; daadkracht; drift; driftstroom; elan; energie; esprit; felheid; fut; gloed; gloeiing; hartstocht; heftigheid; hevigheid; hitte; houtrot; ijver; ijverigheid; instinct; intensiteit; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; pit; puf; seksuele begeerte; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortgedreven vee; vuur; warmte; werklust; werkzaamheid; ziel
avance begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aantal gekomen personen; aantocht; doorbraak; doorbreken; doorbreking; gezichtsmasker; ontwikkelingsgang; opkomst; opmars; progressie; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
deseo begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aandrift; bede; begeerte; drift; geilheid; genoegen; genot; heftig verlangen; hevig verlangen; hitsigheid; instinct; jool; leut; lust; opgewondenheid; plezier; pret; seksuele begeerte; verlangen; verzoek; vraag; wellust; wens; zin
espera begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht
requerimiento begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; daging; dagvaarding; dringend verzoek; herinnering; kennisgeving; maning
requisito begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; restrictie; voorbehoud; voorwaarde
suspiro begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht bezwaar; diepe zucht; grief; het klagen; klacht
tirantez begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht bokkigheid; gespannenheid; harkerigheid; houterigheid; spanning; starheid; stijfte; strakheid; zetmeel
VerbRelated TranslationsOther Translations
desear wensen; willen begeren; hopen; op hopen zetten; spinzen; toewensen; uitkijken; uitzien; uitzien naar; van hoop vervuld zijn; verlangen
querer wensen; willen begeren; believen; beminnen; hopen; houden van; kwijnen; kwijnend verlangen; liefhebben; minnen; moeten; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; willen

Related Words for "wensen":


Related Definitions for "wensen":

  1. laten weten dat je wilt dat dat gebeurt1
    • ik wens je veel succes1
  2. willen dat het gebeurt of dat je het krijgt1
    • wij wensen u een prettige verjaardag1

Wiktionary Translations for wensen:

wensen
verb
  1. verlangen, op iets hopen

Cross Translation:
FromToVia
wensen desear wish — to hope for an outcome
wensen esperar; desear souhaiterformer un souhait.