Summary


Dutch

Detailed Translations for heerser from Dutch to Spanish

heerser:

heerser [de ~ (m)] noun

  1. de heerser (heer; soeverein; machthebber)
    el señor; el caballero; el maestro; el hombre; el dueño; el rey; el soberano; el profesor; el docente
  2. de heerser (monarch; koning; soeverein; vorst)
    el soberano; el rey; el monarca; la majestad

Translation Matrix for heerser:

NounRelated TranslationsOther Translations
caballero heer; heerser; machthebber; soeverein functionaris; gast; gozer; heerschap; jonker; jonkheer; kerel; knakker; knul; landjonker; man; officier; paardrijder; ridder; rijder; ruiter; stafmedewerker; sujet; vent
docente heer; heerser; machthebber; soeverein docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
dueño heer; heerser; machthebber; soeverein conciërge; huurbaas; jonker; jonkheer; landjonker; portier; verhuurder
hombre heer; heerser; machthebber; soeverein gast; goser; gozer; heerschap; iemand; individu; kerel; knakker; knul; man; manspersoon; mens; mensenkind; persoon; sterveling; sujet; vent; wezen
maestro heer; heerser; machthebber; soeverein baas; docent; instructeur; jurist; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; maestro; magister; meerdere; meester; meester in de rechten; oefenmeester; onderwijskracht; onderwijzer; opleider; patroon; pedant; schoolmeester; superieur
majestad heerser; koning; monarch; soeverein; vorst ceremonie; deftigheid; eerbiedwaardigheid; gedragenheid; majesteit; omhaal; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; soeverein; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid; vorst
monarca heerser; koning; monarch; soeverein; vorst
profesor heer; heerser; machthebber; soeverein docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
rey heer; heerser; koning; machthebber; monarch; soeverein; vorst jonker; jonkheer; landjonker
señor heer; heerser; machthebber; soeverein gast; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; landjonker; man; meneer; mijnheer; sujet; vent
soberano heer; heerser; koning; machthebber; monarch; soeverein; vorst alleenheerser; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; gouverneur; heerschap; jonker; jonkheer; landjonker; landvoogd; overheerser; overweldiger; regent; rijksbestuurder; soeverein; stadhouder; sujet; vent
ModifierRelated TranslationsOther Translations
docente onderwijzend
soberano aanzienlijk; aristocratisch; deftig; gedistingeerd; koninklijk; royaal; soeverein; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk

Related Words for "heerser":

  • heersers