Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hobbeling:


Dutch

Detailed Translations for hobbeling from Dutch to Spanish

hobbeling:

hobbeling [znw.] noun

  1. hobbeling
    el bulto; la desigualdad

Translation Matrix for hobbeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
bulto hobbeling baal; bobbel; bochel; bolling; buil; bult; gezwel; kneuswond; kneuzing; knobbel; knoest; kwast; letsel; moot; opgezwollen plek; opzetting; pak; plak; pukkel; rugzak; tranche; tumor; uitpuiling; uitstulping; zwelling
desigualdad hobbeling bobbel; bochel; bult; hobbel; hobbeligheid; oneffenheid; ongelijkheid; ruwheid; uit de hoogte doen; verhevenheid