Dutch

Detailed Translations for inrit from Dutch to Spanish

inrit:

inrit [de ~ (m)] noun

  1. de inrit (oprijlaan; oprit)
    la subida; la pasada; el camino de entrada; la entrada; la avenida; el acceso; la alameda; el camino de acceso; la vía de acceso; la rampa de acceso

Translation Matrix for inrit:

NounRelated TranslationsOther Translations
acceso inrit; oprijlaan; oprit entree; hal; ingang; inlaat; opgang; portaal; toegang; toelating; trap; vestibule; voorportaal
alameda inrit; oprijlaan; oprit allee; dreef; laan; laantje
avenida inrit; oprijlaan; oprit allee; avenue; boulevard; dreef; laan
camino de acceso inrit; oprijlaan; oprit aanvoerweg; toegangsweg
camino de entrada inrit; oprijlaan; oprit
entrada inrit; oprijlaan; oprit aanbetaling; aankomst; binnenkomst; boeking; deur; entree; hal; hoofdwoord; huisdeur; ingang; inkomst; inlaat; inschrijving; intocht; intrede; invaart; inval; invasie; invoer; komst; lemma; plaatsing van artikel; politie-inval; portaal; schouwburgkaartje; toegang; toelating; vermelding; vestibule; voorportaal
pasada inrit; oprijlaan; oprit
rampa de acceso inrit; oprijlaan; oprit
subida inrit; oprijlaan; oprit aangroei; aanwas; aanwinst; beklimming; bestijging; bijbetaling; expansie; groei; groter worden; klim; opstijging; rijzing; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
vía de acceso inrit; oprijlaan; oprit invalsroute; invalsweg; militaire invalsroute; toegangsweg

Related Words for "inrit":

  • inritten