Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. lesuur:


Dutch

Detailed Translations for lesuur from Dutch to Spanish

lesuur:

lesuur [het ~] noun

  1. het lesuur (les)
    la lección; la clase; el cursillo; la hora; el estudios; el curso; la hora de clase; el aula

Translation Matrix for lesuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
aula les; lesuur collegezaal; klas; leslokaal; lokaal; schoolklas; schoollokaal; vaklokaal
clase les; lesuur aantal personen bijeen; aard; categorie; classificatie; college; collegezaal; collegium; cursus; cursusprogramma; genre; gezelschap; groep; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; leerprogramma; lering; les; leslokaal; lesprogramma; lokaal; maatschappelijke klasse; middelbare school; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; onderwijsprogramma; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; sociale groep; soort; stand; type; universitaire les; vaklokaal
cursillo les; lesuur cursus; kursus; leergang; studie
curso les; lesuur beloop; cursus; klas; kursus; leergang; schoolklas; studie
estudios les; lesuur bestudering; cursus; ervaring; kursus; leergang; oefening; opnamestudio; praktijk; routine; studeerkamers; studeervertrekken; studie; studio's; vaardigheidsoefening; werkkamers
hora les; lesuur tijd; tijdsbestek van een uur; tijdstip; uur
hora de clase les; lesuur klas; schoolklas; tijdsbestek van een uur; uur
lección les; lesuur college; collegium; cursusprogramma; instructie; klas; leerprogramma; lering; les; lesprogramma; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijsprogramma; schoolklas
ModifierRelated TranslationsOther Translations
curso verloop

Related Words for "lesuur":

  • lesuren