Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. matrijs:


Dutch

Detailed Translations for matrijs from Dutch to Spanish

matrijs:

matrijs [de ~] noun

  1. de matrijs (gietvorm; mal; modelvorm; vorm)
    el gálibo; la matriz; el molde
  2. de matrijs (matrix)
    la matriz; el molde

Translation Matrix for matrijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
gálibo gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
matriz gietvorm; mal; matrijs; matrix; modelvorm; vorm matrix; moedervorm
molde gietvorm; mal; matrijs; matrix; modelvorm; vorm afgieting; afgietsel; drukvorm; figuur; gedaante; gestalte; gietmal; gietsel; mal; modelvorm; moedervorm; postuur; sjablone; sjabloon; vorm

Related Words for "matrijs":

  • matrijzen