Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. monotoon:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for monotoon from Dutch to Spanish

monotoon:


Translation Matrix for monotoon:

NounRelated TranslationsOther Translations
pesado chagrijn; druiloortje; ergernis; etter; etterbak; galbak; hinder; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; overlast; spelbreker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abobado eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend doezelig; soezerig; suf
aburrido afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; flauwtjes; futloos; geestdodend; lamlendig; landerig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; melig; misnoegd; rot; saai; saaie; stom; suf; taai; verstoord; vervelend; zonder afleiding
desabrido eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend akelig; beklagend; bits; bokkig; brommerig; chagrijnig; eigenwijs; eigenzinnig; eng; flauw; flauwtjes; gemelijk; griezelig; hardhoofdig; humeurig; kattig; kil; knorrig; koppig; korzelig; koud en vochtig; mopperig; negatief; nors; nurks; onappetijtelijk; onprettig; onsmakelijk; onwillig; pinnig; sikkeneurig; sinister; slecht gehumeurd; spinnig; stuurs; tegendraads; walgelijk; weerbarstig; weerspannig; wrevelig; zeurderig; zwak; zwakjes
insulso afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend flauw; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; slap; vaag; vagelijk; waterachtig; waterig; wazig
monótono eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend afstompend; eentonig; effen; egaal; geestdodend; gelijk; geslepen; glad; plat; saai; stom; strak; suf; vlak; vlakuit
pesado eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend afgezaagd; beklagend; bezwaarlijk; corpulent; dik; ellendig; ergerlijk; fantastisch; flauw; formidabel; geweldig; gezet; irritant; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; langdraadig; langwijlig; lastig; lijvig; lijzig; log; lomp; loom; machtig; melig; met bezwaren; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; negatief; onsierlijk van gedaante; plomp; prachtig; rot; saai; slecht verteerbaar; stomvervelend; vervelend; vetlijvig; voortvarend; zeurderig; zwaar; zwaarlijvig
rutinario eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend routinematig; routineus
soso afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend bleek; daas; dof; flauw; flets; geesteloos; mat; melig; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; smakeloos; soezerig; suf; verschaald; verschoten; versuft; zonder smaak; zouteloos
soñoliento eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend daas; doezelig; dof; dommelig; dromerig; geesteloos; lodderig; mat; mijmerend; slaperig; soezend; soezerig; soezig; suf; suffend; suffig; versuft
tedioso afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend afstompend; eentonig; geestdodend; lijzig; log; loom; onbuigzaam; onverzettelijk; saai; stijfkoppig; stom; stug; suf; taai

Related Words for "monotoon":

  • monotone

Wiktionary Translations for monotoon:

monotoon
adjective
  1. eentonig

Cross Translation:
FromToVia
monotoon monótono monotonous — having an unvarying tone or pitch
monotoon monótono monotonous — tedious, repetitious or lacking in variety
monotoon tedioso; prolijo tedious — boring, monotonous
monotoon monótono monotone — Qui est toujours sur le même ton, qui n’est pas varier dans ses intonations ou dans ses inflexions.